‘In Roemenië liepen wij vroeger de deur bij elkaar plat,’ zegt ze. ‘Voor een kopje suiker, een beetje melk, het gebruik van de telefoon. Je had elkaar voor alles nodig.’
Roemenië. Een land van graanvelden, zelfgestookte palinka en sprookjeskastelen in halo’s van mist. Maar ook een land waar een heftig verleden blijft ronddwalen.
Betty groeide op in de tijd van Ceauşescu, de communistisch leider wiens greep met de jaren beklemmender werd. ‘Ons gezin had het relatief goed,’ zegt ze, ‘omdat mijn vader onderburgemeester was. Veel mensen hadden helemaal niets. Zelfs nadat het regime in 1989 gevallen was, bleef de armoe. Bijna al het geld was toen in handen van de maffia. De winkels lagen vol, maar we konden niets kopen.’ In sommige steden werden aardappelen verbouwd op elk stukje vrije grond.
Betty was 13. Ze wist toen al dat ze zou vluchten als ze kon. ‘Ik kon niet leven met een toekomst zonder ambitie.’ In 1995 waagde ze de stap. Een meisje van 19, helemaal alleen. Ze kwam zonder werkvergunning in de Nederlandse glastuinbouw terecht. Het paradijs waarop ze had gehoopt, leek daar verder weg dan ooit. Betty: ‘Lange dagen ploeteren voor een hongerloontje, het was eerder moderne slavernij. En op een dag kwam de politie en werden we allemaal terug naar huis gestuurd.’
Ze moet er nu om lachen. De valse start hield haar niet tegen. ‘Ik was verliefd geworden op een Turkse arbeidsmigrant die wel papieren had. Door met hem te trouwen kon ik alsnog legaal aan de slag. Bij de GGD Amsterdam zochten ze een tolk voor de afdeling Prostitutie en Mensenhandel. Dat was precies wat voor mij. Voor veel van de meisjes werd ik een vaste vertrouwenspersoon.’
Het moederland is Betty altijd bezig blijven houden. De dochter die ze met haar eerste man kreeg, is inmiddels 17. Met haar tweede man zette ze een stichting voor Roemeense straatkinderen op. Honderden van hen leefden en leven ondergronds, letterlijk in riolen. De stichting kon een grote groep aan onderdak helpen.
Sinds enkele jaren werkt Betty in verpleeghuis Rozenholm. Een logische stap, vindt ze zelf. Ze voelt verwantschap met ouderen. Al hun verhalen van vroeger, herinneringen aan oorlog en onvrijheid, ze zijn haar niet vreemd.
Betty mist haar familie. Ze belt elke dag en biedt steun waar het kan. Het blijft Oost-Europees bloed dat door haar aderen stroomt. Toch wil ze nooit meer terug. ‘Mannen en vrouwen zijn hier gelijk, alles is perfect geregeld, en je kunt in vrijheid aan je toekomst bouwen. Niet iedereen beseft het even goed,’ zegt ze, ‘maar geloof me, ik kan het weten: Nederland is een superland.’
Haidy Sandel, persoonlijk woonbegeleider
Haidy’s werk als persoonlijk woonbegeleider draait veel om koken, iets waar ze dol op is. Het ruikt bij Jatopa regelmatig naar heerlijke Indonesische gerechten, mede dankzij de Indonesische bewoners. Want die gerechten maakt Haidy niet alleen, maar met hulp van de bewoners en hun families.
Nikki Chan, projectleider diversiteit
Nikki Chan werkt als neurologisch muziektherapeut, maar is sinds 2023 ook projectleider Diversiteit. 'Als werkgroep merken we dat het bewustzijn over diversiteit & inclusie binnen de organisatie is toegenomen, ook in de top van de organisatie.'
Jamal Mekdadi, islamitisch geestelijk verzorger
Als islamitisch geestelijk verzorger komt Jamal Mekdadi bij cliënten om hen bij te staan in hun laatste levensfase. Zijn kennis van de taal en islamitische cultuur probeert hij ook over te brengen op medewerkers, zodat zij passende zorg kunnen bieden.
Anne Benali, activiteitenbegeleider
Met Nabil kwam een vleugje Sahara in het leven van de Uithoornse Anne. Maar goed dat ze niet wist hoe moeilijk het zou worden. Ze hebben nu samen een gezin. Soms is ze nog verbaasd dat ze zover is gekomen.
Petra Louman, receptioniste Leo Polak
Door zuurstofgebrek bij de geboorte is Petra Louman spastisch. Dit uit zich vooral in haar benen: ze kan moeilijk lopen. Opvallend genoeg heeft ze daar zelf niet zo’n last van. ‘Ik heb me nooit laten belemmeren door mijn handicap.’
Betty Piros, helpende
Van het oud-communistische Roemenië naar het vrije Nederland van de jaren 90. Het was een hele stap, maar spijt heeft Betty nooit gehad. Ze werkt sinds een paar jaar in verpleeghuis Rozenholm en voelt verwantschap met ouderen. Hun verhalen van vroeger, herinneringen aan oorlog en onvrijheid, ze zijn haar niet vreemd.
Wij, en derde partijen, maken op onze website gebruik van cookies. Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website goed functioneert, om jouw voorkeuren op te slaan, om inzicht te verkrijgen in bezoekersgedrag, maar ook voor marketing en social media doeleinden (laten zien van gepersonaliseerde advertenties). Door op ‘Accepteren’ te klikken, ga je akkoord met het gebruik van alle cookies. In onze Cookieverklaring kun je meer lezen over de cookies die wij gebruiken en kun je jouw voorkeuren opslaan of wijzigen. Door ‘Weigeren’ te klikken ga je alleen akkoord met het gebruik van functionele cookies.